Autisme

Ik heb altijd geweten en gevoeld dat ik anders dan anderen was. Na het overlijden van mijn moeder las ik ergens een artikel over Asperger en zag ik gewoon een karakterschets van mezelf. Na een verwijzing door de huisarts werden er in 2013 wat losse persoonlijkheidsstoornissen geconstateerd, maar bij een grondiger onderzoek in 2018 kwam er toch autisme en in het bijzonder Asperger uit.

Autisme / Asperger heeft me een sterk analytisch vermogen en leervermogen gegeven. Hierdoor kan ik heel makkelijk vaardigheden opdoen, of instructies volgen. Ik heb me daardoor in de loop van de jaren zelf diverse programmeertalen aangeleerd, maar ben ook spontaan mijn eigen meubels gaan maken. Na wat filmpjes bekeken te hebben over het inleggen van de draad kon ik zomaar met een naaimachine overweg. Die gebruik ik bijvoorbeeld voor allerlei huishoudelijke klussen, gordijnen maken, maar zelfs tasjes voor MP3-spelers, etc. Het komt me op dit punt simpelweg aanvliegen. Ik ben op veel vlakken een autodidact.

Het kwam ook met stevige overprikkeling, paniekaanvallen en een leven lang aan de zijlijn en niet geaccepteerd worden, omdat ik niet in het plaatje van de neurotypische mensen paste. Sociaal onhandig. Door mijn goede intelligentie kon ik mijn autisme vaak goed camoufleren. Dit gebeurde niet altijd bewust. Zie het maar als geconditioneerd gedrag, omdat je anders vreemd werd gevonden. Op termijn kost die camouflage te veel kracht en word je meer je autistische zelf. Daarbij verlies je wel een hoop in het proces. In mijn geval driekwart van mijn toenmalige vrienden en sociale netwerken.

Overprikkeling beïnvloedt het vermogen tot het vertonen van gewenst sociaal gedrag. Denk hierbij aan problemen bij het nadenken en begrijpen en een extreem kort lontje. Je staat namelijk op dat moment in de overlevingsmodus en daaraan is al het andere ondergeschikt. Een voorbeeldje: Ga een moeilijke handleiding schrijven, terwijl er iemand naast je komt zitten die een gesprek met je begint, er iemand op de achtergrond a-ritmische muziek inschakelt, iemand anders in een afwijkend ritme met zijn voet op de grond stampt, er een tl-buis knippert, er ergens aardappelen aanbranden en je eigenlijk hoognodig naar de wc moet. Die combinatie van sensorische waarnemingen komt volgens mij redelijk in de buurt.

Waar anderen juist gezelschap zoeken en compleet in de stress raken als ze een tijdje geen relatie hebben, ben ik gelukkig in mijn eentje. Ik ben altijd wel ergens mee aan het prutsen. Tussen 2007 en 2015 had ik een relatie, maar voor ons allebei was die ongezond. Ik miste mijn vrijheid, terwijl zij meer betrokkenheid vroeg. Na de breuk heb ik besloten nooit weer aan een relatie te beginnen.

Groepsgevoel is bij mij totaal afwezig. Ik snap niet wat anderen gelukkig of vrolijk maakt en kan daar slecht aan meedoen. Ik kijk bijvoorbeeld altijd vol verbazing naar dansende, schreeuwende, lachende mensen en snap ze simpelweg niet. Carnaval is daar een mooi voorbeeld van. Dit geldt ook voor het praten over koetjes en kalfjes. Dat lukt me niet. Ik moet een onderwerp hebben.

Ik heb echt een hekel aan groepen gekregen. De dynamiek bevalt me niet en ik werd meestal genegeerd of was de pispaal. Op de MAVO was het pesten het ergst en heb ik in de klas gedreigd de pester over een tafel heen te slaan. Pas toen werd er ingegrepen en kwam er rust. Ook in mijn werk stond ik er maar wat verloren bij in een hoekje op een bedrijfsfeestje. Verjaardagen of andere feestjes zijn voor mij lastig vol te houden. Vaak word ik genegeerd, zelfs als ik wat tegen iemand zeg. Er zijn mensen, die simpelweg hun hoofd wegdraaien als ik tegen ze begin te praten. Daarnaast kan ik gesprekken slecht volgen, omdat alles ongefilterd en even hard binnenkomt. Als er dus meerdere gesprekken door elkaar lopen, hoor ik een kakofonie van geluid. Dit alles zorgt ervoor dat ik groepen in het algemeen mijd.

Het buitensluiten heeft ervoor gezorgd dat ik mijn huis als een veilige bubbel heb ingericht, waarin ik mezelf mag zijn. Ik ben daardoor eigenlijk een soort kluizenaar geworden, maar voel me daar heel goed bij. Ik wil niet meer anders. De uitzondering is Ixta Noa. Hier vind ik een hele warme omgeving, waar niemand op iemand neerkijkt. Ik denk dat dat komt omdat iedereen daar wel een soort van een rugzakje heeft. Ik ga daar wekelijks verschillende keren koffie drinken.

Zoals je ziet heeft autisme positieve, maar ook negatieve effecten. Je moet ermee leren leven en dat is niet altijd even makkelijk. Het beïnvloedt je totale bestaan en je kunt de autistische eigenschappen er niet uit trainen. Probeer dat dus ook niet! Je hebt jezelf er dan alleen maar mee. Ik heb er tegenwoordig vrede mee en voel me best plezierig in mijn kleine wereldje.